Column: eerst vakantie dan azc
NieuwsFriesland pakt de vluchtelingenopvang gezamenlijk op. Een regietafel onder voorzitterschap van de commissaris van de Koning coördineert de hele gang van zaken. Dit gezelschap stuurt regelmatig brandbrieven rond om de gemeentebesturen en -raden aan te sporen om in actie te komen. De stroom vluchtelingen lijkt dan wel enigszins opgedroogd, tijdelijke opvanglocaties komen te vervallen, dus moeten er nieuwe locaties bij. Begin maart schreef de regietafel dat Zuidoost-Fryslân, waaronder Opsterland, achterbleef. Hier zijn 1.545 opvangplaatsen nodig. Er komen er 600 in Heerenveen, dan blijven er nog 945 over.
Opsterland heeft nog steeds plannen voor de bouw van een asielzoekerscentrum (azc) voor 300 vluchtelingen. De urgentie is hoog, roepen provincie, rijk en COA om beurten. Dat blijkt niet uit de snelheid van handelen.Opsterland wil heel graag iets doen, maar dan wel passend bij de schaal van de gemeente. Logisch en belangrijk voor het draagvlak. Daarom werd eerder een verzoek van het COA voor een azc met 600 plekken in Gorredijk afgewezen. Over kleinere locaties viel met het COA lange tijd niet te praten. Onder druk van de omstandigheden en de gemeenten is dat gewijzigd. Een relatief duurdere opvang met 300 plekken is nu ook bespreekbaar. Prachtig, vonden ze op het gemeentehuis in Beetsterzwaag. Kunnen we in Opsterland ook iets doen, want we willen zo graag. Dan denk je dat er snel stappen worden gezet, de nood is tenslotte hoog. Nee dus. Nu komen de regeltjes, de procedures, het COA en de vakanties. Het COA heeft meer tijd nodig om locaties te beoordelen en de gemeenteraad wil pas na de zomer verder om een zorgvuldig proces niet in de weg te staan. Op deze manier is het wel 2017 voordat Opsterland haar azc heeft. Prima, maar val ons dan niets steeds lastig met brandbrieven en noodkreten over de grote behoefte aan opvangplekken. Je zou bijna denken dat de opvang van hogerhand wordt getraineerd om Nederland niet te aantrekkelijk te maken voor vluchtelingen. Hoe prettig zou de vakantie voor de vluchteling zijn?
Arend Waninge