Huize Lyndenstein: Nobele eenvoud, kalme grandeur
Nieuws Op 11 april 1821 legde Frans Godard Ayzo Boelens van Lynden de eerste steen voor Huize Lyndenstein. Twee eeuwen later is het statige pand nog steeds aanwezig als indrukwekkende westelijke entree van Beetsterzwaag. Van woonhuis voor de familie Van Lynden werd het pand kinderziekenhuis en nu is het al decennialang onderdeel van Revalidatie Friesland.Het statige Lyndenstein staat al bijna tweehonderd jaar te pronken in Beetsterzwaag. Het huis kent een geschiedenis, maar dat geldt zeker ook voor de plek waar het staat. Op het moment dat Frans Godard baron van Lynden (1781-1828) de eerste steen voor het statige pand legt, staat voor op het terrein, pal aan de Hoofdstraat, het oudere 17e-eeuwse familiehuis Nieuw Fockens. Het wordt in oude geschriften omschreven als een ‘heerenhuizinge’ en omvatte onder andere ‘eene daarbij staande vleugel met kamers, keuken, koetshuis, paardenstallen, voorts eene orangerie met een timmerschuur, menagerie en ijskelder’.
Nieuw Fockens is ook de plek waar Frans Godard opgroeit. Zijn vader Rijnhard van Lynden is de eerste adellijke inwoner van Beetsterzwaag. Hij sterft in 1819, Frans is dan 38 jaar. Zijn moeder en oudere broer overleden al veel eerder. Frans Godard erft Nieuw Fockens en hij ontwikkelt al snel plannen voor een nieuw landhuis in neoclassicistische stijl. Deze bouwstijl, ontleend aan de Grieken en Romeinen, is begin negentiende eeuw helemaal hot. Architect Abraham Bruinsma uit Leeuwarden tekent voor het ontwerp, waarin alle kenmerkende neoclassicistische elementen terugkomen: symmetrie, zuilen met kapitelen (‘kussentjes’) en een fronton (driehoek). De stijl straalt nobele eenvoud en kalme grandeur uit. De totale bouwkosten bedragen 46.750 gulden. Huize Lyndenstein is twee jaar later (1823) gereed.
In 1824 volgt de afbraak van Nieuw Fockens. Een jaar later trouwt Frans Godard met Johanna Maria van Borcharen (1789-1864), een burgermeisje. Dat valt niet goed bij Eritia, zijn jongere zus. Zij veroorzaakt op latere leeftijd nog een familieruzie door Maria misprijzend een ménagère te noemen, een huishoudster. Ze vindt het huwelijk van haar broer een enorme misstap. In hun huwelijksjaar wordt de tuin bij Lyndenstein aangelegd, de overtuin blijft tot 1832 een Franse tuin.