Eigen survivalrun voor kleine driehonderd krûmels
Sport Half vier, een lange rij ouders en kinderen staat voor de inschrijftafel. Maar liefst 230 ‘krûmels’ zijn ingeschreven voor hun eigen survivalrun. De kids hebben er zin in, zoveel is duidelijk. Over hun survivaltechnieken hoeven ze niet te piekeren, het tijgeren, klimmen en rennen en vooral heel vies worden, ze doen het van nature.Parcoursbouwers Wietze en Gerard hebben een uitdagend parcours gemaakt voor de aller jongste deelnemers aan Survivalrun De Knipe. Op het startterrein aan de Ds. Veenweg is het parcours goed te zien voor de vele toeschouwers. Bij de start op het midden van het terrein is het dringen geblazen. Want natuurlijk willen alle vaders en moeders, pakes en beppes, hun kroost in actie zien en als het een beetje kan ook nog leuk op de foto of film.
Drie krûmelruns zijn er deze vrijdagmiddag, 0 tot 4 jaar; 5 en 6 jaar en 6 en 7 jaar. De organisatie heeft 250 shirts in voorraad. “Dy gean sowieso op”, denkt Helma Siebenga. Ze denkt dat er deze middag wel 270 deelnemertjes zullen zijn. Wie te laat is voor het oranje survivalshirt, mag gerust meedoen in het eigen shirt. “En se krije allegear in bantsje om, krekt as by de echten.”
Als eerste mogen de kinderen van 0 tot 4 jaar starten. Zodra je kunt lopen, mag je meedoen zegt Tonny van Balen van de organisatie. Nauwlettend houdt hij de weerapp op zijn telefoon in de gaten. Boven Groningen hangt een dikke onweersbui. Gisteren, tijdens de scholierenrun, moesten ze het onweerprotocol in werking stellen. “We hienen noch twahûndert bern op de baan. Omdat we der betiid by wienen, koenen we hûndert ûnder begelieding rinnende binnenhelje. De oare hûndert ha we mei auto’s ophelle.” Het was een goede oefening stelt hij tevreden vast. “Alles is goed ferrûn, der hat gjin panyk west.” Vandaag gaat het goed, het onweer trekt langs.
Speaker en voorzitter Marcel de Jong roept de jonge deelnemers en hun begeleiders naar de starttent. Nog niet zo makkelijk want ook toeschouwers moeten een hindernis nemen: een verhoogd plankier in het parcours. Het is nog even wachten op groen licht van de inschrijftafel. Er hangt spanning in de lucht. Een jochie neemt een voorschot op de run en speert er vandoor. Heeft ie van zijn vader grapt Marcel. En dan: “Zijn we er klaar voor? Tien, negen, acht…… En go!”
Luierbroekjes wippen omhoog onder het eerste laaggespannen net. Er is filevorming bij een hoge trap terwijl de eersten al arriveren bij de boerenwagen. “Moatst even wachtsje tot der in toutsje is, dan meisto”, helpt een moeder haar dochtertje. En dan is het klimmen geblazen over het hellend plankier. O jee, de afdaling is minder makkelijk. “Goed zo,” moedigt een van de vele vrijwilligers aan, “draai maar om en dan achteruit naar beneden.” Aarzelend vinden de kleine voetjes de spijlen van het trappetje omlaag.
In de bocht staat een vader met zijn telefoon in de aanslag. “Zwaaien!”, roept hij naar zijn zoon. En weg zijn de kleintjes al weer. Geroutineerd kruipen ze onder het voetgangersplankier door, op weg naar de waterbak van grote trekkerbanden. Bij de laatste hindernis, een touwbrug, klinkt gehuil. Een blond krullenmeisje zakt met haar voetjes tussen de gaten. “Wat is it moai net, sa’n grut evenemint”, verzucht een beppe met buggy van achter het hek.