Wieke Zwerver is talentvol leerlingpikeur

URETERP De negentienjarige Wieke Zwerver uit Lippenhuizen heeft een grote passie voor paarden. Ze wilde naast school graag iets met de viervoeters doen. Toen ze van drafsport hoorde, ruilde ze haar jarenlange ervaring met rijden op een paard in voor rijden achter het paard.

“Toen ik paardreed, had ik nog nooit van drafsport gehoord. Ik had weleens paarden voor de kar gemend. Leuk, maar voor mij iets te weinig snelheid.” Toen de drafsport op haar pad kwam, greep ze haar kans. En met succes. Ze maakte inmiddels haar debuut als pikeur. 

Johan en Klarien de Boer zijn eigenaar van het internationale Draverscomplex Ureterp. De plek waar Wieke dag in dag uit komt om de paarden te trainen en te verzorgen. Samen met trainer Jeroen Offeringa. “Mijn ouders waren op het feest van Johan en Klarien. Jeroen werkte daar met de paarden. Ze vroegen hem of hij hulp kon gebruiken, zo ben ik hier gekomen.” Het is drie jaar later; Wieke is zes dagen in de week op de stal aanwezig.

Internationaal debuut

Het racen spreekt Wieke erg aan, als eerste over de finish gaan. Haar eerste koers als leerlingpikeur was op de beroemde drafbaan van het Duitse Gelsenkirchen. Direct een internationaal debuut. Wieke streed tegen negen andere pikeurs. “Ik reed met een beginnend paard. We werden vierde, het best haalbare.” Haar tweede koers in Alkmaar verliep iets minder goed. Een jury die meerijdt aan de binnenkant van de baan checkt of een paard in de goede draf zit. “Meteen in de eerste bocht sprong mijn paard in galop, dus werd ik gediskwalificeerd. Dat was echt balen. Ik was toen zeer gefrustreerd.” 

De weersomstandigheden speelden ook een rol. “De baan in Alkmaar was door fikse regenbuien ontzettend nat geworden. Dat maakt het extra zwaar, vooral voor het paard. Hij hield niet van dit weer.” Volgens Wieke horen tegenslagen nou eenmaal bij de sport. Het is een kwestie van wennen.

Om de voor de drafsport benodigde vergunning te krijgen, moest Wieke een rijdersexamen afleggen. Ze slaagde, vroeg de vergunning aan en kon direct aan de bak. Een leerlingpikeur moet gekoppeld zijn aan een stal, dus voordat je de vergunning aanvraagt moet je een trainer hebben. Die had ze al in Ureterp. Een leerlingpikeur moet minimaal dertig overwinningen binnenhalen om de stap tot pikeur te kunnen zetten. Daarom legt Wieke de focus nu vooral op meer koersen rijden om meer ervaring op te doen. “Blijven trainen en oefenen met de paarden is nodig. Op korte termijn hoef ik nog niet iedere wedstrijd te winnen, maar moet wel het ‘koersgevoel’ krijgen.”

De connectie

Wieke heeft een goede band met de zevenentwintig paarden die momenteel in Ureterp op stal staan. “Als je veel paarden goed hebt gereden, dan kun worden ingehuurd om verschillende paarden te rijden. Dan gaan mensen je hun paarden toevertrouwen. En dat is de bedoeling voor op langere termijn. Eerst maar laten zien dat ik het kan.” Een verzorger moet zich niet te veel hechten aan de paarden, ze blijven niet voor altijd. Soms wordt een paard verkocht of verplaatst of wordt besloten het paard niet meer te laten koersen. “Dravers kun je ook inzetten als rij- of springpaarden.” 

Het typische karakter maakt een draver voor Wieke bijzonder. “Dat trekt me aan. De paarden zijn altijd opgewekt. Als je ze laat draven, vinden ze dat geweldig. Ze hebben er het neusje voor, ze strijden altijd om eerste te zijn. De combinatie van snelheid en uiterlijk is prachtig.” De paarden worden meestal ‘s ochtends gereden. Daarna is er veel aandacht voor de verzorging. “Daar steken we veel energie in.”

Diergeneeskunde

Na haar tussenjaar wil Wieke naast het koersen een studie diergeneeskunde volgen. Ze liep een dag mee met de paardentandarts. Dat vond ze erg interessant, het past bij Wieke. “Ik wil graag een financieel stabiele baan naast de drafsport. Want tegenwoordig kost alles veel geld.” Wieke wordt gesponsord door kledingzaak La Moda en ook Jeroen en haar ouders dragen bij.