De Skâns
Column Vrijdagavond zat ik in De Skâns, voor een feestje. Er was hoog bezoek op de royaal aangekondigde zestigste verjaardag van het sociaal-cultureel centrum in Gorredijk: Majesteit Regina Adrenalina en haar zoon Cor-Oane. Het werd een wonderlijk schouwspel.De kroonprins ontdekte in de zaal zijn onbekende vader, terwijl moeder probeerde haar opvolger aan een vrouw te helpen. Aan de zijkant van de zaal hielden twee echte wethouders zicht op de ontwikkelingen. De Skâns had met de jubileumvoorstelling een gezamenlijke avond voor ogen, met op het podium Gordykster verenigingen en inwoners. Maar alleen gymnasten van Stânfries en dameskoor De SkânsVrouwen waren van de partij. Twee verenigingen. Door coronamaatregelen was zo’n honderd man publiek welkom, maar zelfs dat schamele aantal werd niet gehaald, ook niet op de zaterdagavond die volgde. In de zaal zaten hoofdzakelijk genodigden, mensen die op een of andere manier bij De Skâns betrokken zijn of waren.
Waar zat ik toch naar te kijken? Opeens viel het kwartje. Cor-Oane stond natuurlijk voor De Skâns zelf. De dorpsaccommodatie op zoek naar haar oorsprong, naar de band met het eigen dorp. Zoekend naar waarom het dorp, dat zegt De Skâns zo graag te willen behouden, het op het verjaardagsfeestje laat afweten. En de zoektocht naar de vrouw voor de kroonprins staat natuurlijk symbool voor de toekomst. Wie wil er verder met De Skâns? Alleen die twee verenigingen die het feestje meevierden? De komende maanden staat de toekomst van De Skâns weer vol op de agenda. Maar of de aanwezige vrijwilligers, wethouders en raadsleden op het feestje de motivatie hebben gevonden om zich het vuur uit de sloffen te lopen voor de toekomst van De Skâns? Ik vraag het mij af. Voor wie zouden ze het doen?