’t Swarte Wief wil wind weer in zeilen
Sport Tijnje is via ’t Swarte Wief al dertien jaar actief op het IFKS-kampioenschap skûtsjesilen. Door corona is er echter al twee seizoenen niet gestreden op de Friese wateren. De bemanningsleden en de kas van de stichting smachten naar een normaal seizoen. Na een oproep dienden zich aan boord vier nieuwe krachten aan, maar versterking is nog steeds welkom.Dat Tijnje een eigen skûtsje heeft, is niet zo verwonderlijk. Het voormalige veendorp was ooit omgeven door wateren, nodig voor de afvoer van turf. Plaatselijke ondernemers gebruikten ook skûtsjes. Na de Tweede Wereldoorlog maakte het water plaats voor wegen; de link met het verleden werd in 2008 echter opnieuw leven ingeblazen.
Het initiatief was afkomstig van een vriendengroep die al zo’n tien jaar met een combineraceteam actief was. “It wie tiid foar wat oars. By it racen hiene wy ien sjauffeur, de rest moast sleutelje. It doel wie in aktiviteit wêr’t eltsenien aktyf oan meidwaan koe”, vertelt Paul de Koster, voorzitter van de Stichting Behoud Tynster Skûtsje en samen met lierenman Hans Hofstee een van de mannen van het eerste uur.
Ondanks dat niemand ervaring met watersport had en de aanschaf van een wedstrijdschip een forse investering betekende, was de keus na een middagje skûtsjesilen snel gemaakt. Hofstee: “Elts wie entûsjast en it skeelde dat wy in freonenklub binne, dan kinne je sneller knopen trochhakke.” Sinds 2008 vaart het dorp Tijnje met ’t Swarte Wief mee onder de IFKS-vlag.
En met succes, getuige een kampioenschap in de C-klasse, mooie podiumplaatsen en de huidige A-status. Het dorp heeft het skûtsje volledig omarmd. De prestaties worden door een trouwe groep op de voet gevolgd en toen onlangs op Facebook en in de dorpskrant een oproep werd geplaatst voor nieuwe bemanningsleden, dienden zich vlot vier nieuwelingen aan, waarvan drie uit Tijnje.
Afhaken bemanning
Hoewel het verloop onder de bemanningsleden van ’t Swarte Wief niet groot is, haakten in de afgelopen periode meerdere mensen af. Niet omdat er vanwege corona amper gezeild werd, maar omdat zeilen met het skûtsje een tijdrovende zaak is. “It silen draait om it kampioenskip van de IFKS. Dat betsjut dat je simmers net op fakânsje kinne. Seker foar gesinnen mei bern freget dat in soad”, vertelt De Koster. Hij kan zich dan ook goed voorstellen dat bemanningsleden na jaren van trouwe dienst stoppen. De vijftienkoppige bemanning varieert in leeftijd van begin twintig tot rond de zestig. Overigens kan Tijnje nog wel een paar handen gebruiken. Fanatieke zeilers kunnen zich nog steeds aanmelden.De nieuwkomers hebben amper tot geen ondervinding met zeilen, maar dat is geen bezwaar. Toen de vriendenploeg in 2008 begon, was er ook nul ervaring. Iedereen kan het leren, betoogt Hofstee. “Je moatte entûsjast wêze, leare wolle en geduld ha. It giet om erfaring, je moatte alle situaasjes werkenne. De ferskillen kinne grut wêze; in hanneling útfiere by wynkrêft fiif is hiel wat oars as by wynkrêft ien.” Naast vaardigheden is de samenwerking belangrijk. Er moet een geoliede machine ontstaan, bemanningsleden moeten blind op elkaar kunnen vertrouwen. Zeker in de A-klasse, waarin op het scherpst van de snede wordt gezeild. Ieder klein foutje kan een plaats in de eindrangschikking schelen. “It komt krekt. Eltse taak is wichtich, as je no de lieren betsjinje as it swurd, yn de A-klasse moat eltse klap raak wêze”, vertelt Hofstee. Een goede sfeer aan boord is ook een vereiste om te kunnen presteren. Met de onderlinge harmonie zit het wel goed, aldus De Koster. “Mei it IFKS-kampioenskip binne wy njoggen dagen meiïnoar op it skip en wurdt der in soad frege. Wy wolle prestearje, silen is ús passy, mar wy wolle ek genietsje en wille ha. Dat kin mei dizze groep, wy ha in hechte ploech.”