Vrijwillig ten strijde tegen zwerfafval
NieuwsWieger de Bos arriveert als eerste bij het verzamelpunt aan het Foarwurk, het Shared Space-plein. “Moatst sjen, achthûndert meter fytst en de rommel dy’tst dan al hast.” De blauwe vuilniszak met ring is al goed gevuld met flesjes, wikkels, pakjes en ander zwerfafval. Wieger stapt af en duikt de walkant in. “Dizze nim ik mei, da’s in moaie.” Hij vist een rode berenburgkruik op en draait de dop eraf. “O, dy wie noch net leech.”
Vanuit alle windstreken komen ze aanfietsen. De oranje hesjes zijn van verre te zien. Het is maandagochtend, de himmelploech van Siegerswoude maakt zich op voor een rondje buitengebied, naar schatting een traject van 26 kilometer.Eens per maand gaat de himmelploech op pad om zwerfvuil op te ruimen in het grote buitengebied van Siegerswoude. Vandaag zijn ze met z’n zevenen: Wieger de Bos, Tsjitse Bouma, Henk Wiering, Sietze Visser, Philip Sinnema, Hillie Wiering en Jogchum Koning. De ploeg is sinds drie jaar actief. “Om de saak in bytsje skjin te hâlden, want it is betiden in rotsoai. En wy ha der nocht oan”, vertelt coördinator Sietze Visser. Het werk van de himmelploech wordt er niet makkelijker op, vindt Tsjitse Bouma. “It is skandalich dat se de barms net faker meane. Yn it lange gers kinne we de rommel mar min fine. En yn de hjerst lizze der bulten hekkelrommel, in grutte ergernis.”
In groepjes van twee of drie trekt de ploeg eropuit. Op de fiets, want het grote gebied is niet lopend te behappen. We gaan mee met Sietze, Philip en Wieger; over de Boskwei richting Beakendyk. In het weiland ligt een grote glimmende Spiderman. Wieger stapt van de fiets en haalt de ballon op. “Do hast de haadpriis”, grappen zijn maten. In de bocht van het weggetje ligt een parkeerplaats verscholen in het groen. Sietze: “Dêr leit wolris in flechje drugsrommel. Rotzakken, sizze we dan. We romje it op mar as der te folle leit, belje we de gemeente.”
“Sjoch, hjir hinget er al.” Sietze vist een condoom uit de struiken. Vlak erachter ligt een hoopje asbeststukken. “Dat belje ik aanst troch nei de gemeente.” Aan de overkant van het parkeerplaatsje zeult Philip een lange buis uit de braamstruiken. Een gebogen stuk komt erachteraan. “Hjir hat in wc oan sitten.” Nu bosschages en bomen hun blad hebben verloren, ontdekken de vuilruimers zaken die ’s zomers vanwege het lange gras verborgen bleven. De grote blauwe vuilniszakken worden gestaag gevuld. Het valt vandaag mee. Op zomerdagen ligt er meer, vooral drugszakjes. Philip wijst: “Foaral dêr by dy picknicktafel. Dat is in gefaarlik plakje. Dan stoke se in fikkie en sitte der lekker romantysk by.”
De opbrengst is zes grote zakken vuilnis. Ze gaan mee naar Sietze thuis. “Moarn komt de gemeente it guod opheljen.” De ploeg vond verder een autoband, een trekkerband en een kastje. “Dat ha we trochjûn oan de gemeente dy’t it guod letter ophellet.” Als dank voor het opruimen van zwerfvuil krijgt de himmelploech van de gemeente een vergoeding voor bijvoorbeeld een etentje of het onderhoud van de fietsen.