Christian Veenstra de onmisbare volger
Sport De mannen en vrouwen in beeld zitten tijdens de IFKS op het skûtsje ’t Swarte Wief. Maar het epicentrum van de ploeg uit Tijnje bevindt zich op het volgschip de Store Baelt. Op de charterklipper, waar de bemanning eet, drinkt en slaapt gedurende de IFKS-week, zwaait Christian Veenstra de scepter. Hij zorgt er niet alleen voor dat iedereen op tijd zijn natje en droogje krijgt, maar is ook de gastheer van de o zo belangrijke sponsors.Veenstra zal niet ontkennen dat hem af en toe een dubbel gevoel bekruipt als hij zijn maten ziet duelleren met de andere IFKS-skûtsjes op de wedstrijdwateren van De Fluessen, Tsjûkemar of Iselmar. “Mar it is net oars, ik soe de silerij net mei it regeljen kombinearje kinne.” De pr-man en contactpersoon voor de sponsors van ’t Swarte Wief is min of meer bij toeval beland in zijn rol van regelaar. En nu wil hij niet anders meer. Maar toegegeven, als hij zo nu en dan zijn broer Richard in het heetst van de strijd aan de fok ziet sjorren, zou hij toch wel even willen ruilen.
Voordat de ploeg uit Tijnje in 2008 aan het skûtsje-avontuur begon, deden ze aan combine-races. De vrienden kenden elkaar van de keet achter het Opelmuseum, vertelt Veenstra. “Wy wiene in ploechje techneuten en meiinoar ha we it combine-racen op de kaart setten.” Als het daadwerkelijk op de wedstrijden aankwam, kon er echter maar één man achter het stuur plaatsnemen. Na een jaar of acht was de ploeg dan ook uitgekeken op de combine-racerij en was het tijd voor iets anders. Iets waar iedereen aan mee kon doen. “Doe ha wy betocht om te skûtsjesilen, hoewol’t gjin ien sile koe.”
Voor Veenstra zelf een lastige keuze, want destijds voetbalde hij nog en de zeiltrainingen vonden op zaterdag plaats. Hij besloot de plek van vast bemanningslid aan zich voorbij te laten gaan en zich nuttig te maken met hand- en spandiensten. “Ik organisearre de saken deromhinne, sa as de útstapkes op it wetter mei de heiten en de memmen fan de bemanning.” Groeiend in zijn rol als gastheer zag Veenstra meer en meer mogelijkheden voor sponsoring. “Fanôf 2010 ha wy it serieus oppakt. ’t Swarte Wief hat no sechstich bedriuwen efter har stean.”
Het Tynster skûtsje kent hoofd- en subsponsors die de ploeg financieel of materieel steunen. Zo zorgt onder andere plaatselijk café-restaurant Overwijk voor de catering van de warme maaltijden op de wedstrijddagen, de Bakkers van Verloop en zuivelboerderij De Deelen voor brood en beleg bij ontbijt en lunch, en Keurslager Stornebrink uit Drachten voor vleeswaren en het barbecuevlees. “Dit jier ha wy sneon ús sponsordei mei de barbecue yn Hylpen en freed yn De Lemmer sile wy mei de Club van Honderd. Tuskentroch ûntfange wy de hiele wike opstappers om nei de wedstriden te sjen. Minsken hoeche neat mei te nimmen, wy ha fan alles oan board.” Het werk om het iedereen naar de zin te maken, zit vooral in de voorbereiding, zegt Veenstra. Sinds ’t Swarte Wief in de A-klasse zeilt, gaat het reilen en zeilen op het volgschip er wel relaxter aan toe. “Wy sile no pas middeis, dat jout wat mear tiid om yn de moarn saken klear te meitsjen.”
Op volgschip de Store Baelt zit het publiek eerste rang en voorzien Veenstra en de reservebemanning de wedstrijden van uitleg en commentaar. Binding is belangrijk, weet de pr-man. Zo geeft ’t Swarte Wief elk jaar een eigen magazine uit om de volgers op de hoogte te houden van de ontwikkelingen rond het skûtsje. Na de reglementaire aanpassing van het gewicht vorig jaar liep het schip bij zwaar weer niet naar behoren. De ploeg heeft daarop het tuig aangepast en in de aanloop nog eens flink geoefend. Hoe de verbeterde stand van de zeilen uitpakt in het huidige IFKS-veld zal moeten blijken. “Mar wy gean foar it kampioenskip, dat kin no ien kear net oars efter de twadde plak fan ferline jier.”
Welbeschouwd is de opmars van ’t Swarte Wief in de IFKS een sprookje, beseft Veenstra. “Tsien jier lyn hiene wy neat en no dogge wy mei om de heechste priis. It ienichste wat eins noch ûntbrekt is in sponsor foar it bier. Dy moat der noch komme.”
