Sierd valt met de deur in huis

Het nieuws gaat regelmatig over prijsstijging of prijsdaling van woningen. Dat betreft vrijwel altijd de korte termijn, terwijl een woning juist een aanschaf voor de lange termijn is. Volgens mij gaat een huis veel meer om een thuis en het bijbehorende woongenot. Voel je je prettig in het huis en je woonomgeving? Kun je de woning betalen? Heb je het ervoor over? Pas als al deze drie vragen positief beantwoord kunnen worden, is de aanschaf te overwegen. 

Het is dan veel minder van belang wat de woning vorige maand waard was en wat deze over een maand waard zal zijn. Op die marktontwikkeling heb je toch weinig invloed en daarom kun je dat beter loslaten.

De tendens om te praten over een ‘investering’ zie je niet terug bij de aanschaf van andere grote aankopen. Bij de aanschaf van een auto accepteert iedereen zonder morren een flinke afschrijving per jaar. Bij de aanschaf van een huis lijkt het alleen maar te mogen stijgen. Dat is natuurlijk best raar als je bedenkt dat in een woning allerlei elementen zitten die ook geen eeuwige levensduur hebben. Bijvoorbeeld voegwerk, zinkwerk, verwarmingsinstallatie, alles wordt minder. En dan hebben we het nog niet eens over de keuken en badkamer. Die worden na verloop van jaren ook niet meer waard. En toch vinden we met z’n allen dat een huis in waarde moet stijgen.

Koop alleen een huis waar je je prettig bij voelt en dat je kunt en wilt betalen. Met de nieuwe hypotheekvormen los je gelukkig ook nog eens af. Op die manier ontstaat overwaarde. Dat is veel veiliger dan te rekenen op waardestijging. En in de tussentijd lekker genieten van je huis!

Sierd Moll