Aljen en Sietske Veenstra.
Aljen en Sietske Veenstra. Foto: Martin Drost

Aljen en Sietske: bewegen, bewegen en bewegen

Sport

GORREDIJK “Het mes snijdt aan twee kanten. We leven gezond om te kunnen sporten. En we sporten omdat we graag gezond en fit willen blijven.” Aljen en Sietske Veenstra, beiden 70 jaar, sporten al hun hele leven. Nu nog steeds dagelijks. “Het sociale aspect is ook belangrijk.”

Sietske geeft toe, soms zijn er weleens pijntjes of hebben ze niet altijd zin. “Maar in beweging blijven is noodzakelijk. Het is ook leuk en je ontmoet veel andere mensen.” Sietske en Aljen zijn ondanks hun pensioen drukbezet. Elke dag staat er sport op het programma; alleen, samen, in groepen, bij de sportschool of met trainingsgroepjes. Ze genieten daarvan.

Aljen komt niet uit een sportfamilie. Hij groeide op in Opeinde en ging al vroeg voetballen en korfballen. Op zijn zeventiende kreeg hij een enorme schop met stalen noppen tegen zijn knieschijf. Hij kon lange tijd niet lopen en zijn knieschijf werd verwijderd. Maar Aljen ging niet bij de pakken neerzitten; hij was een doorzetter en is dat zijn hele leven gebleven. Hij deed zware boeken in een tas en ging vervolgens zittend met zijn gewonde been de tas omhoog heffen. Steeds maar weer, met steeds meer boeken, om de spieren van zijn knie weer sterk te maken. 

Toen er natuurijs kwam kon hij het niet laten om te gaan schaatsen, ondanks de pijn. De chirurg was daar erg boos over, maar Aljen kon nu eenmaal niet thuis zitten als er ijs lag. En zijn knie werd steeds sterker. Zo sterk, dat hij weer zijn favoriete sporten kon beoefenen. “Toen ik achtentwintig was speelde ik in het eerste van LDO. Zonder knieschijf. Dat kon bijna niemand geloven.” 

Fietsuitdagingen

Hij bleef tot zijn vijftigste korfballen, maar had allang daarvoor een oude racefiets gekocht. Hij ontmoette bij het korfbal Jelle Koopmans die hem enthousiast maakte voor het fietsen. Samen met een team van Kortezwaag onder leiding van Roelof reden ze de Amstel Gold Race. En daarna volgden vele andere zware toerklassiekers zoals de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Jelle werd zijn beste fietsvriend en samen fietsten ze met slechts een klein rugzakje naar Rome. 

Aljen haalde ook het begeerde brevet van de Fryske Alvestêdetochten die ‘ferklearje dat Aljen Veenstra de útsûnderlike sportprestaasje levere hat troch by de Fryske alve stêden lâns op redens, op ‘e fyts en geande foet ôf te lizzen’. En hij reed de drie laatste Elfstedentochten over ijs uit, terwijl hij alleen maar trainde als er natuurijs lag. Overdekt in een hal schaatsen vond hij maar niets. 

En nu op zijn zeventigste houdt Aljen nog steeds van uitdagingen. Samen met Iebe Bouma uit Waskemeer wil hij komende zomer met de fiets van de Middellandse zee naar de Atlantische Oceaan fietsen. Dwars door de Pyreneeën, waarbij de beroemde Tour de France-cols onderdeel van de route zijn. Ook heeft hij wekelijks hardlooptraining om elk jaar een halve marathon te lopen.

Ook knieproblemen

Sietske Veenstra groeide wel in een echte sportfamilie op, in Terwispel. Toen ze op haar zevenentwintigste in de selectie van LDO zat kreeg ze een zware knieblessure. Ze vond het erg moeilijk dat ze niet meer kon korfballen. Ze sportte niet veel meer met als resultaat dat haar geblesseerde knie in kracht nog maar dertig procent was ten opzichte van haar andere knie. Toen ze nog maar een klein stukje kon lopen realiseerde ze zich dat het roer om moest. Ze begon haar spieren te trainen bij de sportschool, waardoor de knie snel sterker werd. 

Hoewel haar knie nog steeds speling vertoont en ze vaak pijn voelt heeft ze nooit een operatie voor een nieuwe knie ondergaan. Sietske kon ook goed schaatsen. Iedere week trainde ze bij Sijtje van der Lende. Aljen was vaak jaloers op haar bijna perfecte schaatstechniek. 

Zo’n vijfentwintig jaar terug kreeg Sietske haar eerste mountainbike; met fietsen had ze minder pijn dan met lopen. Sietske herinnert zich nog goed dat ze de eerste heuvels verschrikkelijk vond, maar later fietste ze de zware Dolomieten-marathon. Samen maakten ze mooie fietstochten, soms liep het uit de hand. Tijdens een vakantie fietsten ze in de Camargue bij Marseille. Ze verdwaalden en wat een tochtje van zeventig kilometer had moeten worden, liep uit op een dikke honderdvijftig kilometer in een wildernis waar niets te krijgen was. Dorstig en hongerig moesten ze daarna enkele dagen bijkomen van het avontuur. 

Gezond oud worden

Aljen en Sietske sporten veel; minimaal eenmaal per week doe ze dat samen. Ze realiseren zich dat ze elkaar ook moeten vrijlaten om sportieve dromen te kunnen verwezenlijken. Naast het sporten hebben ze voor de rest ook een gezonde levensstijl. Roken doen ze allang niet meer, Aljen rookte zijn laatste sigaar op zijn dertigste op Gran Canaria. Ze eten bijna altijd verse producten met veel groenten. Maar in het weekeind mag er ook een wijntje bij. Vroeger dronken ze door de week ook wel een drankje, maar daar zijn ze vanaf gestapt. 

Elk jaar gaan ze minimaal een keer samen op fietsvakantie. Met minimale bagage lekker een aantal dagen fietsen. En ze gaan altijd een of meermalen met de caravan op stap. Ze rijden op de bonnefooi ergens heen, verkennen de omgeving lopend en fietsend en trekken daarna weer verder. Aljen rijdt sinds kort ook eens in het jaar een MTB-tocht met zijn pakesizzer. “