Volop vragen over aanwijzing monumenten
NieuwsBEETSTERZWAAG De gemeente Opsterland werkt voortvarend aan een gemeentelijke monumentenlijst. Bedoeld om het erfgoed beter te beschermen. De snelheid van het college van B en W valt bij de gemeenteraad in de smaak, zo bleek maandagavond toen de beleidsnotitie ‘Fokus op it ferline’ op de agenda stond.
Bij sommige fracties was het enthousiasme echter al wat getemperd. Want vorig jaar toen de wens voor gemeentelijke monumenten op tafel kwam was toch gesproken over vrijwilligheid? Een pand kan alleen een gemeentelijk monument worden wanneer de eigenaar dat wil. Er wordt nu ook gesproken over de mogelijkheid dat het college een monument kan aanwijzen.
“No wurdt sein ‘it leafst op basis fan frijwillichheid’, mar dat wie ferline jier net de ynset fan it plan”, vond Hielke de Vries (VVD). Ook Harm de Jong (FNP) had zijn twijfels. “It moat foarôf goed dúdlik wêze hoe’t it kolleezje yngripe kin.” Jimke Nicolai (GroenLinks) vroeg niet alleen aandacht voor de zwaarwegende gronden om een monument aan te kunnen wijzen. “It is ek belangryk te witten ûnder hokker kondysjes in status wer fan in gebou ôf kin.”
Wethouder Anko Postma benadrukte dat de aanwijzingsbevoegdheid een wezenlijk onderdeel is van het hele plan. “Haal je dat eruit, dan ondermijn je het hele verhaal. Vrijwilligheid kan niet zonder de mogelijkheid om ook monumenten aan te wijzen.” Volgens de wethouder is het aanwijzen van een monument vooral van belang wanneer er sprake van spoed is. Bijvoorbeeld omdat een pand aan alle voorwaarden voor de monumentenstatus voldoet, maar als sloop dreigt.
“Door een spoedaanwijzing komt dan alles stil te liggen en kun je in overleg met de eigenaar.” Bovendien kan een eigenaar dan altijd beroep aantekenen. Anneke Oosterwoud (Opsterlands Belang) vroeg zich af hoe je kunt voorkomen dat een eigenaar een pand bewust laat verpauperen om onder de monumentenstatus uit te komen. Postma zei de raadsleden toe om met een soort escalatieladder te komen over de te volgen stappen bij aanwijzing.
Op 3 april besluit de raad over dit deel van het monumentenbeleid.