Afbeelding

Sensortechnologie helpt juiste zorg te leveren

Nieuws

GORREDIJK ZuidOostZorg gaat op alle locaties waar zij zorg biedt aan mensen met dementie werken met sensortechnologie.

De moderne technologie moet bijdragen aan een veilige woonomgeving en vergroot de privacy voor bewoners. Daarnaast zorgt het voor meer inzicht en overzicht bij de zorgmedewerkers.

De Unite SmartSense oplossing is inmiddels op vier locaties geïnstalleerd, binnenkort volgt de vijfde. De techniek bestaat uit het plaatsen van draadloze sensoren in de kamers van de bewoners.

Deze geven, in combinatie met slimme software, de status van de bewoner weer op een dashboard op de telefoon van de zorgmedewerkers. Voor iedere bewoner is op basis van de kennis over de bewoner en een inschatting van risico’s een persoonlijk profiel ingesteld, dat aansluit bij de zorgbehoefte.

Tjitske Kooi, HBO VGG’er bij Lijtehiem in Ureterp: “Zo kunnen we op ieder moment zien wat de status van de bewoner is. Ligt deze in bed? Loopt deze in de kamer rond? Is hij of zij in de badkamer of juist de kamer uit? Stelt het systeem een afwijkende situatie vast, dan krijgen wij een melding omdat er dan mogelijk een onveilige situatie is ontstaan.”

Belangrijk daarbij is dat het systeem niet zelf bepaalt wanneer de meldingen worden gedaan, maar dat de zorg dat op basis van het persoonlijk profiel instelt.

Melding alleen bij afwijking

Er komen alleen meldingen wanneer een bewoner afwijkt van diens eigen patroon. Is iemand bijvoorbeeld gewend om in de nacht naar het toilet te gaan om na twintig minuten weer in bed terug te keren, dan komt er geen melding. Duurt het veel langer dan gebruikelijk, dan komt er wel een melding.

Tjitske: “Zo krijgen we alleen meldingen die er echt toe doen. Hierdoor komt er meer rust op de afdelingen en kunnen we meer tijd besteden aan cliënten die de aandacht van de zorg echt nodig hebben. Het is een soort positief domino-effect.”

Tjitske is vol lof over het werken met de sensortechnologie. “In vergelijking met de klassieke verpleegoproepsystemen is dit zoveel beter en het maakt het werken ook veel leuker. Vroeger liepen we standaard nachtrondes. Nu hebben we veel meer overzicht zonder zelf steeds fysiek aanwezig te zijn. Vroeger kwamen we soms bij negen van de tien oproepen onnodig langs. Daar werden bewoners onrustig van en het gaf ons veel druk.” 

Zorg met handen op rug

Als voorbeeld noemt Tjitske een bewoonster die altijd heel vroeg op was en bijna niet sliep. “Ze was de vrouw van een bakker, altijd vroeg op geweest. Wij brachten haar dan vaak weer naar bed. En daarna kwam ze er dan weer uit. Dat was onrustig. Voor haar, maar ook voor de andere bewoners. Met de inzichten uit het nieuwe systeem laten we haar nu juist haar gang gaan als ze wakker is. Ze is dan gewoon op tussen 12 en 2 en gaat daarna uit zichzelf weer slapen. Soms is de beste zorg juist niets doen.” 

Wat wel en wat niet doen

Volgens Tjitske wordt tachtig tot negentig procent van wat ‘probleemgedrag’ wordt genoemd niet veroorzaakt door dementie, maar juist doordat de zorg het gedrag niet begrijpt. “Daardoor spelen we er vaak ook niet adequaat op in. Nu hebben we veel meer inzicht in dat gedrag en vooral ook in het resultaat van ons eigen handelen.”

Tjitske noemt het voorbeeld van bewoners die een ochtendhumeur leken te hebben. Het bleek dat de zorg vaak al vroeg aan de deur stond om te controleren of ze nog in bed lagen. Daar werden de bewoners wakker van en dat zorgde voor een humeur. “Nu kijken we ’s ochtends via het systeem wanneer zij zelf in beweging komen en of er ondersteuning nodig is. Dat geeft meer privacy en rust voor de bewoners en het ochtendhumeur is weg!”