Afbeelding

Praalwagens bouwen verbroedert in De Knipe

Nieuws

De Knipe Sinds de zomer zijn vele Knypsters volop in de weer om de 88e editie van de allegorische optocht tot het hoogtepunt van de Knypster Merke te maken. Vooral de laatste weken gonst het in het dorp van de bedrijvigheid. Er wordt gestreden om prijzen, maar belangrijker is de saamhorigheid. Meedoen is belangrijker dan winnen.

Leffert de Bos is contactpersoon van de bouwploeg De Compagnonsschool. Hij kijkt met gepaste trots naar de noeste arbeid van zijn team dat met accuboor en verfkwast druk in de weer is om de boot op tijd klaar te krijgen. “We zijn een week voor de Grand Prix in Zandvoort gestart met bouwen”, vertelt hij. “Eerst hebben we samen met de Compagnonsschool een ontwerp gemaakt, waarna we met de ouders van de kinderen aan het werk zijn gegaan.” De keuze viel op een piratenboot. 

Doordat de optocht drie jaar geleden voor het laatst gehouden is, zijn nu ook de kinderen van groep 3 en 4 welkom op de boot. “Normaal gaan alleen de groepen 1 en 2, maar door corona ging het twee keer niet door. Alle kinderen moeten een keer zijn meegegaan op de praalwagen.” Het was een flinke klus om alles weer op te starten na jaren afwezigheid, maar gelukkig was er veel draagvlak in het dorp. Vanuit de school zijn er vele ouders die willen helpen. En daar zaten ook ervaren timmerlui bij, die moet je wel in de ploeg hebben. “Er komen steeds minder ambachten in het dorp voor, een tendens die je in heel Nederland ziet. En die zijn juist zo nodig. 


De piratenboot is best een complex bouwwerk met kanonnen die echt roken en met een blauwe gloed onder de boot bestaande uit ledverlichting.” De praalwagens zijn allen verzekerd en de verzekering stelt eisen aan de veiligheid. Alles moet stevig zijn gemaakt, want op de boot rijden twee keer zo’n 17 kinderen mee.”

Na afloop wordt de piratenboot zorgvuldig gedemonteerd. Werd vroeger de boel nog weleens in de fik gestoken, tegenwoordig zijn de gebruikte bouwmaterialen veel te kostbaar. Leffert glimlacht: “Hout is goud.”


Henk Allard de Jong is contactpersoon van bouwploeg De Dykwurkers (afkomstig uit de nieuwbouwwijk ten noorden van de dorpskroeg). Hij vertelt dat hun praalwagen gekozen heeft voor een groot hart, dat symbool staat voor de liefde. “We leven in een moeilijke tijd vol harde tegenstellingen en dan is liefde de beste boodschap die je kunt uitdragen”. Het formeren van een bouwploeg bleek niet eenvoudig. Er werden diverse oproepen gedaan, omdat een drietal vaste krachten had aangegeven dit jaar niet mee te kunnen bouwen. 

Gelukkig waren er nieuwkomers in de buurt die ook nog eens technisch goed onderlegd waren. De start was wat langzaam, maar inmiddels loopt het goed, hoewel er nog wel het nodige moet gebeuren. “Het bouwen zelf is prachtig. De sfeer is prima en ik zeg weleens: deze buurt- activiteiten zijn de smeerolie van de samenleving.” Henk denkt niet dat ze dit jaar in de prijzen zullen vallen. Onder andere vanwege het kleine team is de uitvoering relatief eenvoudig gehouden. Hij lacht: “Het mooiste aan onze wagen is de boodschap.”


De Knypster Merke begint vrijdag 7 en eindigt op dinsdag 11 oktober. Het programma bevat weer vele mooie onderdelen zoals optredens in de feesttent, een kindermiddag, een spellenavond en playbackshow. Maar het hoogtepunt is toch altijd de allegorische optocht met praalwagens die zaterdag 8 oktober twee keer wordt gehouden, ’s middags om 14.00 uur en ’s avonds om 19.30 uur. Er rijden tien praalwagens mee en drie jeugdwagens die meedoen voor de Bertus-Bokaal, genoemd naar wijlen Bertus Pietersma, die vóór Theo Woudstra voorzitter was. De prijzen worden bepaald door een vakjury, allen wonend buiten De Knipe en een publieksjury. De Knypster Merke is een traditie die al bijna negentig jaar bestaat. De eerste allegorische optocht (allegorie duidt op een persoon dat als een abstract begrip, zoals jaloezie, liefde, trots of deugd is afgebeeld) begon in 1932 als een gondelvaart. In die tijd liep er nog een vaart door het dorp en vervulden de pramen een belangrijke economische functie. In 1968 werd de vaart gedempt en een jaar later is de eerste optocht georganiseerd.

Bewonderingswaardig blijft de inzet van alle mensen die aan de wagens meewerken. Het is niet alleen het zware werk en de vele uren die men er in steekt, maar ook de kosten moeten worden gedragen. In het geval van de piratenboot droeg de school een steentje bij, maar vaak zijn het de spontane acties van de buurtbewoners zelf die voor het benodigde geld zorgen, zoals rommelmarkten, acties en contributie. En ondanks de problemen is iedereen blij wanneer de wagens door het dorp rijden en ze kunnen terugkijken op een mooie tijd van samen de schouders eronder zetten. Een tijd die het dorp verbroedert.