
Thema bewegen: Wekelijkse Seniorentennis
Sport Stapje naar links, stapje naar rechts, pasje naar voren, pasje naar achteren. Seniorentennis is een kwestie van positie kiezen. Wie slim staat, bestrijkt bijna de helft van het tennisveld. Als je maatje dan de andere helft voor zijn rekening neemt, moeten de tegenstanders nog maar eens zien hoe ze erdoor komen. “Deze was uit. Deuce.”De maandagmorgen begint met de toss. Wie met wie? De lootjes met namen koppelen Geke aan Hans en Ada aan Adri. Niet verkeerd. De dubbels zijn aan elkaar gewaagd, weten ze van elkaar. Eerst even kalmpjes inslaan om het balgevoel op te wekken en de stramme ledematen wat losser te maken. Er schijnt weliswaar een zonnetje, maar de wind voelt koud aan. De haren op de oude mannenbenen in de korte broeken staan nog recht overeind. Ze moesten maar beginnen, vindt Hans, hij claimt meteen de opslag. De eerste bal ketst nog tegen het net, maar zijn tweede service is een gemene zwieper. Met een vaart scheert de bal naar de andere kant, Ada retourneert ternauwernood. Een makkie voor Geke om de return aan het net af te maken: 15-0. De volgende service stuit op de backhand van Adri, waarop Hans met een lepe boogbal opnieuw Ada probeert te verschalken. Hij krijgt een koekje van eigen deeg terug, net buiten bereik. “Knap dien”, grijnst Adri zijn partner toe. “It stiet wer gelyk.”
[caption id=”attachment_19734” align=”alignnone” width=”900”] Joke van den Berg.[/caption]
Wel met bal
Deze ochtend zijn vier van de vijf banen op het tennispark bezet: zestien mannen en vrouwen. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze uitgewerkt zijn, de leeftijden lopen uiteen van halverwege de zestig tot ruim over de tachtig. “Maar we willen allemaal nog wel een beetje bewegen”, zegt Bert Baakman, die binnen LTC Gorredijk het seniorentennis coördineert. Kan je dan als oudere niet beter gaan zwemmen om de kans op blessures te vermijden? Van zwemmen moet je houden, meent Baakman, niks voor hem. “Er moet wel een balletje aan te pas komen. En ook een beetje sportieve wedijver. Dat geldt voor de meesten hier.” Dat betekent overigens niet dat alle ouderen op de baan een verleden in het tennis hebben. Sommigen spelen hun hele leven al, anderen kwamen pas op latere leeftijd met de sport in aanraking. Baakman zelf bijvoorbeeld. “Ik heb altijd gevolleybald, maar dat lukte op het laatst niet meer vanwege mijn rug. Toen ben ik eens om me heen gaan kijken wat voor balsporten er nog overbleven en zo kwam ik uit bij tennis. Ik ben op mijn drieënzestigste begonnen.”[caption id=”attachment_19730” align=”alignnone” width=”900”] Cor Brandjes.[/caption]
Fjoer
Niet iedereen zit dus op hetzelfde niveau wat speltechniek betreft. De 82-jarige Cor Looyenga compenseert zijn beperkte slagenareaal met een gezonde dosis fanatisme. “Ik kin it noch altyd net. Sa no en dan nim ik wolris in leske, mar mei it âlder wurden learst net safolle mear. No toe mar. Ik ha nocht oan it spultsje en it is ek gesellich om mei in groepke wat te dwaan.” Op de maandagmorgen telt het individuele niveau niet, de toss wijst uit wie er paarsgewijs tegenover elkaar op de baan staan. Zo kunnen de mindere goden hun spel wat opkrikken aan de zijde van hun meer ervaren clubgenoten, is het idee. Cracks als Joke van den Berg nemen verlies namelijk niet zomaar voor lief.“Ik kin net samar in baltsje oerslaan. Ik wol altyd winne, dat is no ien kear it fjoer wat deryn sit.” Dit jaar heeft ze de damescompetitie vaarwelgezegd en zich bij de seniorengroep aangesloten. Vanwege haar reuma dacht ze erover om helemaal maar met tennis te stoppen. “Ik ha in skoftsje fitness dien, mar dat is neat foar my. Der moat wol in bal by.” Tennis zorgt voor ruimte in haar hoofd, daar moet het af en toe onwillige lijf zich maar naar schikken. En daarnaast telt voor haar het sociale aspect. “Ik ha 32 jier yn Zeeuws-Vlaanderen wenne. Ast dan werom komst nei dyn âlde doarp hast in generaasje mist. Tennis hat my holpen wer yn de kunde te kommen.”
[caption id=”attachment_19732” align=”alignnone” width=”900”] Cor Looijenga.[/caption]