Column: Het afscheid
ColumnMijn ontmoeting met Kai, een prachtige en krachtige persoonlijkheid, vindt plaats in het mortuarium van een ziekenhuis. Zijn levenloze lichaam ligt in foetushouding opgebaard. Zijn vriendelijke gelaat straalt warmte uit, er ligt een glimlach rond zijn mond. Vrijwel vanaf het moment dat bekend wordt dat hij niet meer te genezen is, slaagt Kai erin om zijn lot te omarmen en besluit hij te leven zoals hij dat gewend is te doen.
Door alles eruit te halen wat erin zit.
Hij denkt na over zijn naderende sterven en bespreekt zijn wensen met familie en vrienden. Nu is het tijd om naar huis te gaan. In een kist van hout en vilt, speciaal ontworpen om in foetushouding te kunnen worden opgebaard. Onderweg naar huis valt de regen met bakken uit de hemel, de ruitenwissers kunnen het maar nauwelijks aan.
Wanneer de auto stopt, breekt de zon door, is het opgehouden met regenen en verschijnt er ineens een grote, halfronde, dubbele regenboog boven de woning van Kai.
“Zien jullie dat?” Een van zijn vrienden staat als aan de grond genageld met open mond te kijken en wijst ontroerd met beide armen in de lucht. Iedereen valt stil en neemt het adembenemende schouwspel in zich op. Ineens pakken donkere wolken zich samen, vallen regendruppels uit de lucht en wordt de betovering verbroken…
Voorzichtig wordt Kai door zijn vrienden naar huis gedragen en opgebaard in een speciaal daarvoor met zorg en liefde ingerichte ruimte met uitzicht over de weilanden. Omringd door de geur van verse graszoden en wierook. Kaarsen verlichten de kamer en op de achtergrond klinkt zachtjes zijn lievelingsmuziek.
Naast mij zucht een vriend. ”Kai is thuis…”
Erna Jansen