
Korfbalbestuurders over de uitdagingen van hun sport
AlgemeenGORREDIJK Tweede klasse of Korfbal League. Het enthousiasme voor het korfbal is even groot in De Knipe, Nieuwehorne, Oldeberkoop en Gorredijk. Een gesprek tussen clubbestuurders over de sport die in Zuidoost-Friesland nog steeds populair is, maar ook voor uitdagingen staat. “Wij moeten de sport op de kaart blijven zetten.”
Het is een feit waar iedereen even van opkijkt. Aaltje de Jong van Lintjo vertelt dat de club uit Oldeberkoop nog de enige vereniging in de Stellingwerven is met een eigen senioren- en juniorenafdeling. De verenigingen rond Oosterwolde en rond Wolvega werken al met een gezamenlijke jeugdafdeling. Een keus die Lintjo nog niet heeft willen én hoeven maken. “Zolang we het in eigen dorp kunnen houden, houden we het in eigen dorp. We hebben gelukkig dit jaar ook weer een juniorenploeg.”
Nieuwe energie
Kinea (De Knipe) en UDIROS (Nieuwehorne) werken sinds het begin van dit seizoen samen bij de senioren. De jeugdafdelingen zijn nog zelfstandig. “Maar ze trainen per jeugdcategorie nu wel samen”, aldus Johanan Kootstra (UDIROS). “En alle jeugdteams spelen de zaalcompetitie in de sporthal in Nieuwehorne. Dus ze leren elkaar goed kennen.” De samenwerking bij de senioren kwam afgelopen voorjaar snel tot stand. Bij beide verenigingen was het schrapen om de selecties op sterkte te houden. “En nu hebben we drie combiteams die er weer echt voor gaan”, aldus Sietze Koopmans (Kinea). “We hebben trainers met naam en je ziet dat er weer veel energie vrijkomt. Alles krijgt een boost. Heel mooi om te zien.”
Jeugd
Toch sluiten de bestuurders, ondanks de positieve ontwikkelingen bij de eigen verenigingen, hun ogen niet voor de ontwikkelingen in het korfbal. Het is bijvoorbeeld in alle dorpen een uitdaging om de jeugd enthousiast te maken voor de sport. De Jong: “Wat bij ons helpt, is een goede organisatie. Alles is goed geregeld, dat zien ouders ook. Bovendien hebben we iedere schoolvakantie activiteiten voor de jeugd. Het verenigingsgevoel is erg belangrijk.” En daar horen voor leden ook verplichtingen bij. Johanan weet dat ouders van jeugdleden daar ook gevoelig voor zijn. “Bij de meer individueel gerichte sporten heb je minder verplichtingen en hoef je niet ieder weekend. Dat draagt wel bij aan de populariteit van die sporten.”
Werven en vasthouden
Maar alle verenigingen zien ook nog steeds de kracht van het korfbal als gemengde teamsport. En die kracht is ook goed over te brengen. Schoolkorfbaltoernooien, clinics op scholen, het levert altijd weer nieuwe jeugdleden op. “Wij zagen dat vooral na corona”, aldus Gouke de Vries (LDODK). “Toen we weer toernooien konden organiseren, leverde dat tientallen jeugdleden op.” Maar het is daarna wel zaak om de jeugd vast te houden. Als ze het niet leuk meer vinden, haken ze ook zo weer af. Alle bestuurders ervaren dat de loyaliteit naar een sport en een vereniging minder groot is dan in het verleden.
Jongens en meisjes
In de meest ideale situatie is er bij het korfbal een gelijke verdeling tussen jongens en meisjes. Maar in de praktijk is dat zelden het geval. Bij UDIROS en Kinea zijn er veel meer meisjes dan jongens, bij Lintjo is juist het tegenovergestelde het geval. Koopmans: “Het spelen van wedstrijdkorfbal is nu niet mogelijk met volledige meisjes- of jongensteams. Het zou helpen als dat wel kon.” De Jong: “Bij de jongste jeugd is het fysieke verschil tussen jongens en meisjes ook niet zo groot.” De verdeling jongens-meisjes is eerder voelbaar als er weinig jeugdteams zijn. Bij een voldoende grote jeugdafdeling is het in iedere categorie wel mogelijk om gemengde teams te vormen. Johanan: “Maar heb je voor een jeugdcategorie maar één team, dan is dat een stuk lastiger.”
Helden
Voor de meeste verenigingen blijft het dus zaak om vooral de harten van jongens te winnen voor hun sport. Volgens De Vries betekent dit vooral ook dat je de kracht van de sport moet uitbuiten, zeker met topkorfballers in de buurt. “Het korfbal heeft geen Messi, maar wij hebben bijvoorbeeld wel Ran Faber. Een jonge international die ook op social media enorm aan de weg timmert. Het is voor jonge sporters belangrijk om binnen hun eigen sport ook helden te hebben.”
LDODK nodigt daarom bij de thuiswedstrijden altijd jeugdploegen van andere verenigingen uit om tijdens de ploegenpresentaties met de toppers mee op te lopen. De Vries: “En die jeugd neemt ook altijd weer ouders mee. We willen kijken naar andere mogelijkheden om buurtverenigingen meer bij de Korfbal League te betrekken. Vanaf volgend seizoen biedt onze vernieuwde accommodatie daar ook meer mogelijkheden voor.”
Uitwisselen spelers
Een andere uitdaging ligt er bij de junioren; een leeftijdscategorie waarin relatief meer korfballers afhaken omdat ze gaan studeren of omdat een baantje de teamsport in de weg zit. Ook bij de jongste senioren hebben de verenigingen daarmee te maken. Regelmatig is het lastig om iedereen een geschikte plek te geven. Toch komt het uitwisselen van spelers tussen verenigingen niet echt veel voor. De Jong: “Spelers stappen wel over naar een andere vereniging als ze hogerop willen spelen. Maar overstappen in de breedte ligt minder voor de hand, terwijl het daardoor wel makkelijker is om mensen op hun eigen niveau te kunnen laten sporten.”
Ervaringen delen
De verenigingsbestuurders zijn het eens over hoe belangrijk het is om als verenigingen ervaringen te delen en samen te werken aan de toekomst van het korfbal. Volgens De Vries voelt LDODK zich als grootste vereniging hier ook medeverantwoordelijk voor. De club krijgt via de gemeente Opsterland een subsidie om andere korfbalverenigingen te ondersteunen. “Dat kan op bestuurlijk, technisch en commercieel vlak. We gaan bijeenkomsten organiseren om samen ervaringen te delen. Waarbij we van elkaar kunnen leren. LDODK speelt op het hoogste niveau, maar dat betekent niet dat wij alle wijsheid in pacht hebben. Ook wij kunnen van anderen leren. Topspeler Erwin Zwart gaat hierin een belangrijke rol spelen.”