Pensioen, maar: ‘De bus moat noch al leech’
AlgemeenWIJNJEWOUDE Het zit erop. Het is mooi geweest. Jitze Nieuwenhuis (65) zwaait af als postbode en pakjesbezorger van Wijnjewoude. Hij gaat van zijn verdiende pensioen genieten. Het dorp verrast hem bij zijn laatste werkdag. Maar aan het einde van de dag moet de bus wel leeg zijn.
In 1979 kwam hij bij de PTT, zoals dat toen nog heette. Hij bracht in die jaren de post rond op de fiets in Drachten, Ureterp en Oosterwolde. Later leerde hij alle brievenbussen kennen van Kollum, De Westereen en Buitenpost. Jitze bleef al die tijd echter in Drachten wonen. Daarvoor werkte hij bij Sluis Machinefabriek in Drachten. Jitze: “Ik koe by de post mear fertsjinje en ik hie gjin lawaai mear oan ‘e holle.” Na verloop van tijd ruilde Jitze de postfiets in voor een busje. Hij heeft nu al bijna twintig jaar pakketten afgeleverd, waarvan twaalf jaar in Wijnjewoude en het buitengebied van Bakkeveen. Jitze: “Op sa’n buske ha ik it gefoel dat ik eigen baas bin. Ik kin myn dei sels yndiele. Ik moat it spul kwyt wurde. De bus moat leech wêze op it ein fan ‘e dei.”
Lange dagen
Dat klinkt echter veel gemakkelijker dan het in werkelijkheid is, want Jitze maakt lange dagen. Om half zeven ’s ochtends rijdt hij al met zijn eigen auto naar Leeuwarden. Daar staat zijn postbus klaar en moet hij zelf de tientallen dozen en pakketten inladen. “Der sit ek swier spul by.” Rond half tien rijdt hij dan richting Wijnjewoude. Daar begint zijn eigenlijke werk: pakjes afleveren. Een paar uurtjes van huis naar huis. Aanbellen en maar hopen dat ze thuis zijn.
Jitze’s vriendin Ellen Zijlstra (55) woont in Wijnjewoude: “At ik thús bin, komt Jitze efkes wat iten tusken de middei en at er klear is mei de post noch in bakje kofje. Sa dogge wy dat.” Jitze’s werkdag zit er dan echter nog niet op, want hij moet de postbus nog terug naar Leeuwarden rijden. Daarna met de eigen auto terug naar huis, in Drachten. Zo is hij regelmatig twaalf uur per dag onderweg. Om zeven uur is hij vaak pas weer thuis. Dan moet er nog worden gegeten. Ellen: “Ik jou him faak wat iten mei, want hy is net sa’n itensieder.”
Steeds vaker
Jitze en Ellen leerden elkaar kennen toen hij bij haar aanbelde met een groot pakket van Ziggo in zijn handen. Ze was gelukkig thuis en Ellen bestelde meer en meer pakjes, waardoor Jitze steeds vaker moest aanbellen. Van het een kwam het ander. Ellen lachend: “Ik bin in hiele dikke klant fan Jitze.” Vorige week op zijn laatste werkdag reed Ellen de hele dag mee. Ook het dorp Wijnjwoude staat stil bij het afscheid van hun pakjesbezorger. Er hangen spandoeken langs de weg met “Jitze bedankt!’ en (On)bezorgd met pensioen. Tige Dank!” Verder nog vlaggen en ballonnen en zelfs een grote opblaaspop met ’65 jaar’.
Zo toont Wijnjewoude haar waardering voor Jitze die twaalf jaar lang trouw pakjes, pakketten en dozen in het dorp afleverde. Hij zal de contacten missen. Onderweg had hij een paar koffie-adresjes. Even een bakje doen. Even wat bijpraten en dan weer door naar het volgende adres. “Dat falt no allegear fuort”, zegt Jitze met een licht trillende stem. Opeens heeft hij dus veel vrije tijd. Hij is 65 en zo gezond als maar kan. “Ik moat thús de sliepkeamer ôfmeitsje en ek noch bûtenom fervje. Wy kinne no ek ris faker nei myn stacaravan.”
Verlegen
Het is inmiddels 3 uur ‘s middags. Jitze wordt onrustig en draait wat op zijn stoel heen en weer. Hij heeft geen tijd meer voor nog meer moeilijke vragen en wordt ietwat verlegen van alle aandacht. Zijn laatste werkdag zit er nog niet op. De laatste dozen, pakjes en pakketten wachten nog in zijn postbus. Het kriebelt bij Jitze. “De bus moat leech.”